Safety communicatie met een PN/PN Coupler

Met een PN/PN coupler is het eenvoudig om een verbinding te maken tussen twee afzonderlijke PROFINET netwerken. De coupler zorgt voor de gegevensoverdracht tussen twee PROFINET-Controllers. Iedere controller beschikt over een eigen PROFINET-IO device, waar input-data op één van de netwerkzijden beschikbaar gesteld wordt als outputdata aan de andere zijde. De werking van de PN/PN coupler is ook al voorbij gekomen in een eerder artikel.

Wat vaak echter nog onbekend is, is dat met een PN/PN-coupler safety gerelateerde communicatie tussen twee PROFISAFE controllers(F-CPUs) ook mogelijk is dankzij de IN/OUT modules.

Hoe werkt communicatie tussen twee PROFISAFE controllers (F-CPUs)?

Net zoals bij het reguliere gebruik van een coupler wordt de module geconfigureerd door middel van zijn GSDML-file. Voor de communicatie worden er in de hardwareconfiguratie van uw PROFISAFE PLC (F-CPU) sloten geconfigureerd. Onderstaand een voorbeeld waarbij er tussen 2 F-CPUs data wordt verzonden (Bi-directioneel). Hiervoor worden er per PROFISAFE PLC 2 sloten gebruikt. De datacommunicatie wordt vervolgens afgehandeld met de SENDDP en RCVDP bouwstenen.

Extra regels voor adressering

Naast het aanmaken van de sloten voor de communicatie, zoals ook bij het reguliere gebruik van couplers gedaan wordt, is het belangrijk om bij de IN/OUT modules de communicatie van zowel de output als de input op hetzelfde adres te laten beginnen. Zie hieronder ook een voorbeeld van de configuratie van één PLC. Dit voorbeeld komt overeen met het hierboven geschetste voorbeeld. Let vooral op de startadressen van de I/O modules per slot.

Communicatie via SENDDP en RCVDP

Zoals eerder al geschreven wordt safety-gerelateerde communicatie tussen F-CPUs afgehandeld in de programmatuur door middel van de SENDDP en RCVDP bouwstenen, respectievelijk voor het zenden en ontvangen van data. Deze bouwstenen kunnen worden gebruikt om een vaste hoeveelheid aan veiligheids-data over te dragen. De bouwstenen zijn in de Siemens programmeeromgeving terug te vinden in de “PROFINET –>  Communication” bibliotheek.

Bij het gebruik van deze bouwstenen dient de RCVDP bouwsteen altijd aan het begin van het safety blok opgeroepen te worden. De SENDDP bouwsteen wordt altijd op het einde van het safety blok opgeroepen. Houdt er bij de SENDDP bouwstenen rekening mee dat de signalen niet worden verzonden voordat SENDDP uitgevoerd wordt aan het eind van de relevante F-Runtime groep.

Een gedetailleerde beschrijving van de SENDDP- en RCVDP-bouwstenen is te vinden in de handleiding van de programmeeromgeving of in hoofdstuk 13.15.1.1 “SENDDP and RCVDP: Send and receive data via PROFIBUS DP/PROFINET IO (STEP 7 Safety V17)” van de “Programming and Operating Manual” “SIMATIC Safety – Configuring and Programming”